RvdW 2009, 777
Niet ondertekening machtiging binnentreden leidt niet tot bewijsuitsluiting.
HR 16-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9929
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
07/12504
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BH9929
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH9929, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH9929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Het is niet vereist dat de machtiging tot binnentreden zich bij de gedingstukken bevindt. Het enkele ontbreken van de handtekening op de machtiging levert geen tot bewijsuitsluiting leidend vormverzuim op.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 1 februari 2007, nummer 20/012163-05, in de strafzaak tegen N.A. Adv. mr. W.A. Lensink, te Bergen op Zoom.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de verwerping van het tot bewijsuitsluiting strekkende verweer dat de verbalisanten onrechtmatig, want zonder een (ondertekende) machtiging, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.