Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 6.19 Derdengelden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
07-12-2016, Stcrt. 2016, 68605 (uitgifte: 20-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2016, Stcrt. 2016, 68605 (uitgifte: 20-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
Een advocaat draagt er zorg voor dat derdengelden worden overgemaakt hetzij rechtstreeks naar de rechthebbende, hetzij naar de bankrekening van de stichting derdengelden die hem ter beschikking staat.
2.
Een advocaat die derdengelden onder zich heeft, maakt de gelden zodra de gelegenheid zich voordoet over naar de bankrekening van de stichting derdengelden of van de rechthebbende, en administreert het bedrag, de datum en wijze van ontvangst, de datum van overmaking, de begunstigde en de naam van de behandelend advocaat.
3.
Een advocaat doet derdengelden niet tot zekerheid strekken van hemzelf, zijn praktijk of enige derde.
4.
Een advocaat kan met de rechthebbende schriftelijk overeenkomen dat derdengelden worden aangewend ter voldoening van een eigen declaratie. Indien de rechthebbende de declaratie binnen een redelijke termijn betwist, vervalt het recht om derdengelden aan te wenden ter voldoening van deze declaratie.
5.
Indien derdengelden zijn aangewend ter voldoening van een eigen declaratie, bevestigt de advocaat dit schriftelijk aan de rechthebbende.