Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 6.20 Waardepapieren en kostbaarheden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Redactionele toelichting
Het tijdstip van inwerkingtreding is bepaald door de Algemene Raad.
- Bronpublicatie:
04-12-2014, Stcrt. 2014, 36091 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2014, Stcrt. 2014, 36091 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
Artikel 6.19 is, zo mogelijk, van overeenkomstige toepassing op waardepapieren en kostbaarheden die de advocaat bij wijze van derdengelden ontvangt.
2.
De advocaat mag slechts gelden, geldswaardige papieren, kostbaarheden of andere zaken aannemen of bewaren, indien hij zich ervan heeft vergewist welke gelden, geldswaardige papieren, kostbaarheden of andere zaken het betreft en zich ervan heeft overtuigd dat dit in het kader van een door hem behandelde zaak een redelijk doel dient.