Verwijzing in HIR-zaak: onderzoek naar fraus legis

Documentgegevens:

HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1189

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 mei 2014
Zaaknummer: 13/02154
Vakgebied(en): Vennootschapsbelasting (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:1189, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2013
Wetingang: Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 3.54)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 12a)

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd dat het uiteindelijke belang in X bv pas op 30 december 2008 is gewijzigd. Volgens de Hoge Raad sluit de uitleg van het hof niet aan bij de tekst van de overeenkomst van 28 oktober 2008.

Samenvatting

Belanghebbende, X bv, verkoopt in 2007 enkele onroerende zaken. De daarbij behaalde boekwinst van bijna € 4 mln doteert X bv aan een HIR. Vervolgens wordt bij de ava in september 2008 besloten om te herinvesteren in Duitse onroerende zaken. Daarbij komt ook de verkoop van de aandelen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.