RCR 2018/11
Bedrog. Is de verjaringstermijn van art. 7:23 lid 2 BW van toepassing op een vordering tot schadevergoeding wegens bedrog?
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2902
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/04109
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928187:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2902, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1251, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Aandelenoverdracht. Bedrog. Verjaringstermijn.
Is de verjaringstermijn van art. 7:23 lid 2 BW van toepassing op een vordering tot schadevergoeding wegens bedrog?
Samenvatting
Verweerders in cassatie hebben bepaalde aandelen verkocht aan Olimar B.V. Deze aandelen zijn in maart 2002 geleverd aan Olimar. In juli 2002 heeft Olimar echter verweerders aangeschreven en betoogd dat de koopovereenkomst van de aandelen tot stand is gekomen door onder meer bedrog aan de zijde van verweerders. Olimar is in september 2002 failliet gegaan en heeft haar vordering overgedragen aan MBS, eiseres in cassatie. MBS heeft een vordering tegen verweerders ingesteld en vordert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.