NJB 2018/147
Kennelijk onredelijk ontslag. Wettelijke rente. Tijdstip van ingang. Hoge Raad: De wettelijke rente over de schadevergoeding op grond van een kennelijk onredelijk ontslag wordt verschuldigd met ingang van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst eindigt
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3232
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05100
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3232, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1175, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2016
- Wetingang
(art. 6:83, aanhef en onder b, art. 6:119 BW; art. 7:681 (oud) BW)
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Wettelijke rente. Tijdstip van ingang. Hoge Raad: De wettelijke rente over de schadevergoeding op grond van een kennelijk onredelijk ontslag wordt verschuldigd met ingang van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst eindigt
Partij(en)
A, adv. mr. M.E. Bruning, vs. SRL, adv. mr. R.A.A. Duk.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A is bij SRL werkzaam geweest. Op 29 juni 2010 is hij op staande voet ontslagen.
In dit geding heeft hij schadevergoeding op grond van art. 7:681 (oud) BW gevorderd, vermeerderd met rente, op de grond dat het ontslag kennelijk onredelijk is. De kantonrechter heeft geen schadevergoeding ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.