NJ 2017/371
Uitzendovereenkomst (art. 7:690, 7:691 BW); ‘allocatiefunctie’ vereist? Opvolgend werkgeverschap in zin art. 7:667 lid 5, 7:668a lid 2 (oud) BW?; maatstaf; Ragetlie-regel respectievelijk ketenregeling; werkzaamheden op grond van uitzendovereenkomst.
HR 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2757, m.nt. E. Verhulp
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/03776
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
E. Verhulp
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154296:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2757, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:928, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Uitzendovereenkomst (art. 7:690, 7:691 BW); ‘allocatiefunctie’ vereist? Opvolgend werkgeverschap in zin art. 7:667 lid 5, 7:668a lid 2 (oud) BW?; maatstaf; Ragetlie-regel respectievelijk ketenregeling; werkzaamheden op grond van uitzendovereenkomst.
Gelet op HR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2356, NJ 2017/370, is het betoog van het middel dat voor het aannemen van een uitzendovereenkomst sprake moet zijn geweest van een door de uitzendorganisatie vervulde allocatiefunctie in de zin van het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid, gebaseerd op een onjuiste, want te beperkte, rechtsopvatting met betrekking tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.