NJB 2023/2762:Nemo tenetur-beginsel, art. 6 EVRM: toepassing van EHRM 4 oktober 2022, nr. 58342/15 (De Legé/Nederland). Waar het gaat om het verkrijgen van ‘specific pre-existing documents’ is voor de toetsing aan art. 6 EVRM beslissend of de autoriteiten bekend zijn met het bestaan van dergelijke stukken, maar niet of de autoriteiten die stukken (ook) eigenmachtig hadden kunnen verkrijgen. Daarbij komt dat de omstandigheid of de autoriteiten stukken eigenmachtig konden verkrijgen, er niet bepalend voor is of dergelijke stukken moeten worden gezien als ‘materials’ met ‘an existence’ die ‘independent of the will’ van de verdachte is. In casu levert de vervolging van de verdachte voor handelen in strijd met de in het belang van de opsporing op grond van art. 19 lid 1 WED gedane vordering, wel een schending op van het nemo tenetur-beginsel, kort gezegd omdat de betreffende vordering een ‘fishing expedition’ opleverde nu de vordering documenten betrof die de autoriteiten ‘believe must exist, although they are not certain of it’.