BR 2017/105
Klachtplicht. Bewijslast. Hoe klachttermijn te bepalen? Klachtplicht in relatie tot AVA 1992
HR 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2519, m.nt. E. Lichtenveldt en R. Smith
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders en M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02276
- Noot
E. Lichtenveldt en R. Smith
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927670:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2519, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:918, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2017
- Wetingang
(Art. 6:89, 7:758 BW)
Essentie
Klachtplicht. Bewijslast. Hoe klachttermijn te bepalen? Klachtplicht in relatie tot AVA 1992
Samenvatting
Een conclusie bij een art. 81 RO-arrest en een vonnis van de Rechtbank Limburg is aanleiding om klachtplicht onder de aandacht te brengen. In de kwestie die heeft geleid tot het artikel 81 RO-arrest is de bewijslast waar het gaat om de klachtplicht onderwerp van geschil geweest. In de conclusie is aansluiting gezocht bij de in het arrest van 12 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3593) geformuleerde regel van bewijslastverdeling dat en op welk tijdstip de opdrachtgever heeft geklaagd. In het vonnis van de Rechtbank Limburg betrof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.