Wet op het financieel toezicht
Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht:Artikel 3A:116 Vergunning overbruggingsinstelling
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:116 Vergunning overbruggingsinstelling
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
28-11-2018, Stb. 2018, 489 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken: 34842)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stb. 2018, 491 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De overbruggingsinstelling beschikt, voor zover nodig voor de uitoefening van haar werkzaamheden, van rechtswege over een vergunning als bedoeld in de artikelen 2:26a, 2:27 of 2:48.
2.
De Nederlandsche Bank kan, met het oog op de verwezenlijking van een of meer van de in artikel 3A:84 bedoelde doelstellingen, tijdelijk ontheffing verlenen van een of meer van de vereisten, bedoeld in de artikelen 2:26b, 2:31 of 2:49.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.