Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 58
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-11-2022, Stcrt. 2022, 30962 (uitgifte: 21-11-2022, regelingnummer: WJZ /22254646)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2022, Stb. 2022, 464 (uitgifte: 24-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel A t/m M van het KB van 08-04-2021 Stb. 192 jo. 07-07-2022, Stb. 297.
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
De bemonstering van een vracht drijfmest vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de vervoerder.
2.
De bemonstering van een vracht vaste mest geschiedt door de vervoerder.
3.
In afwijking van het tweede lid, geschiedt de bemonstering van een vracht vaste mest, bestaande uit dikke fractie, door een monsternemende organisatie op verzoek van de leverancier of de vervoerder.
4.
De vervoerder draagt er zorg voor dat de volgende gegevens aan rVDM worden gezonden:
- a.
het rVDM-nummer van de vracht dierlijke meststoffen die is bemonsterd;
- b.
het nummer van het deksel van de monsterpot en het nummer van de monsterpot of de monsterverpakking; en
- c.
het combinatienummer.