PJ 2005/87
Toepassing van art. 23a Wet VPB 1969 is in strijd met art. 18 Belastingverdrag Nederland-België 1970. Het heffingsrecht over het (fictieve) loon is op basis van het verdrag toegewezen aan België.
HR 13-05-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR1738, m.nt. mr. Y.F. Cheung (pensioenaanspraak-vpb-heffing)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2005
- Zaaknummer
39 613
- Noot
mr. Y.F. Cheung
- LJN
AR1738
- Roepnaam
pensioenaanspraak-vpb-heffing
- JCDI
JCDI:ADS916428:1
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR1738, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR1738, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2005
Essentie
Toepassing van art. 23a Wet VPB 1969 is in strijd met art. 18 Belastingverdrag Nederland-België 1970. Het heffingsrecht over het (fictieve) loon is op basis van het verdrag toegewezen aan België.
Samenvatting
Toepassing van art. 23a Wet VPB 1969, die bepaalt dat bij oneigenlijke handelingen met betrekking tot het pensioen in de zin van art. 11c Wet LB 1964 (thans 19b Wet LB 1964) de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt verhoogd met 60% van de pensioenaanspraak, verdraagt zich niet met de goede trouw die in acht moet worden genomen bij de uitleg en toepassing van het Belastingverdrag Nederland-België