Einde inhoudsopgave
Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008
Artikel 6 Mandaat aan de plaatsvervangend secretaris-generaal en de DG’s
Geldend
Geldend vanaf 06-11-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-07-2024
- Bronpublicatie:
25-10-2024, Stcrt. 2024, 35829 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: O&B/WJZ/48754095)
- Inwerkingtreding
06-11-2024, terugwerkend tot: 02-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2024, Stcrt. 2024, 35829 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: O&B/WJZ/48754095)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen (V)
1.
De plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal hebben, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, binnen het kader van de managementafspraakmandaat ten aanzien van alle aangelegenheden op hun werkterrein.
2.
De plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal geven rechtstreeks leidingaan de hoofden van volgens de bijlage onder hen ressorterende dienstonderdelen.
3.
De plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal zijn budgethouder voor de hen door de secretaris-generaal toegewezen budgetten. De plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal kennen aan de volgens de bijlage onder hen ressorterendehoofden de budgetten toe waarover zij kunnen beschikken.