RCR 2010, 7
Nakoming. Bewijslastverdeling. Op wie rust de bewijslast met betrekking tot niet-nakoming?
HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8725 (Toure/Heyne)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 2009
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/01189
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BJ8725
- Roepnaam
Toure/Heyne
- JCDI
JCDI:ADS873995:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8725, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8725, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2008
- Wetingang
Rv art. 150
Essentie
Nakoming. Bewijslastverdeling.
Op wie rust de bewijslast met betrekking tot niet-nakoming?
Samenvatting
Verhuurder vordert bij de kantonrechter ontbinding van de met de huurder gesloten huurovereenkomst, alsmede betaling van achterstallige huurtermijnen. De huurder wordt bij verstek veroordeeld. In de verzetprocedure stelt de huurder dat de huurtermijnen contant zijn voldaan, maar dat verhuurder stelselmatig weigerde om kwitanties af te geven. De kantonrechter draagt aan huurder op om dit te bewijzen. De huurder slaagt hier naar het oordeel van de kantonrechter niet in en het verstekvonnis wordt bekrachtigd.
In hoger beroep voert de huurder een grief aan tegen de bewijsopdracht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.