NJB 2014/1843
Toegang tot de rechter. Appeltermijn. A dagvaardt B en C. De inleidende dagvaarding wordt niet in persoon betekend aan C. B verschijnt in rechte, C niet. Tegen C wordt verstek verleend. Bij vonnis van 24 januari 2010 veroordeelt de rechtbank B en C. Op 21 maart 2011 wordt het vonnis aan C in persoon betekend. Op 18 april 2011 gaat C in hoger beroep. HR: Vooropstelling: zie hoofdtekst. In een situatie als de onderhavige moet niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege blijven indien de veroordeelde hoger beroep heeft ingesteld binnen een termijn van veertien dagen, die aanvangt op de dag volgend op die waarop het vonnis aan de veroordeelde in persoon is betekend dan wel deze anderszins met het vonnis bekend is geraakt. Aangezien dit evenwel eerst door het onderhavige arrest duidelijk wordt, behoort in dit geval te worden geoordeeld dat het hoger beroep tijdig is ingesteld
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2894
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04377
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2894, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑09‑2013
- Wetingang
(EVRM art. 6; Rv art. 111 lid 2, aanhef en onder j, 140 lid 1 en 3, 339)
Essentie
Toegang tot de rechter. Appeltermijn. A dagvaardt B en C. De inleidende dagvaarding wordt niet in persoon betekend aan C. B verschijnt in rechte, C niet. Tegen C wordt verstek verleend. Bij vonnis van 24 januari 2010 veroordeelt de rechtbank B en C. Op 21 maart 2011 wordt het vonnis aan C in persoon betekend. Op 18 april 2011 gaat C in hoger beroep. HR: Vooropstelling: zie hoofdtekst. In een situatie als de onderhavige moet niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege blijven indien de veroordeelde hoger beroep heeft ingesteld binnen een termijn van veertien dagen, die aanvangt op de dag volgend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.