NJ 2012/107
Verblijfsrecht van staatsburgers van derde landen die familielid zijn van burgers van de Unie. Weigering op grond dat recht op vrij verkeer van burger niet is uitgeoefend. Mogelijk verschil in behandeling ten opzichte van burgers van de Unie die recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend. ‘Standstill’ clausule.
HvJ EU 15-11-2011, ECLI:EU:C:2011:734, m.nt. M.R. Mok (Dereci/Bundesministerium für Inneres)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
15 november 2011
- Magistraten
V. Skouris, J.N. Cunha Rodrigues, K. Lenaerts, J.-C. Bonichot, J. Malenovský, U.Lõhmus, R. Silva de Lapuerta, M. Ilešič, E. Levits
- Zaaknummer
C-256/11
- Conclusie
A-G P. Mengozzi
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BU5953
- Roepnaam
Dereci/Bundesministerium für Inneres
- JCDI
JCDI:ADS161477:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Rechtsbescherming
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2011:734, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 15‑11‑2011
- Wetingang
Bepalingen burgerschap Unie
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk), bij beslissing van 5 mei 2011.
Verblijfsrecht van staatsburgers van derde landen die familielid zijn van burgers van de Unie. Weigering op grond dat recht op vrij verkeer van burger niet is uitgeoefend. Mogelijk verschil in behandeling ten opzichte van burgers van de Unie die recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend. ‘Standstill’ clausule.
Samenvatting
Het recht van de Unie en meer bepaald de bepalingen inzake het burgerschap van de Unie, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet ertegen verzetten dat een lidstaat een staatsburger van een derde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.