M en R 2017/67
Falende bewijsklacht tegen bewezenverklaring van de in artikel 13 van de Wet bodembescherming geformuleerde zorgplicht
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:240, m.nt. H.J.A. van Ham
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Van Dorst, De Hullu, Borgers
- Zaaknummer
16/02502
- Noot
H.J.A. van Ham
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43756:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑07‑2016
- Wetingang
(art. 13 Wet bodembescherming)
Essentie
Falende bewijsklacht tegen bewezenverklaring van de in artikel 13 van de Wet bodembescherming geformuleerde zorgplicht
Partij(en)
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 10 juni 2014, nummer 20/002144-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats].
Uitspraak
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.E.M. Hendriks, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.