NJFS 2020/193
Jammer; gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben van radioapparaat.
Rb. Limburg 03-02-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:810
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
3 februari 2020
- Magistraten
Mrs. C. Wapenaar, B.G.L. van der Aa, M. Driever
- Zaaknummer
03/242947-19
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBLIM:2020:810, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 03‑02‑2020
- Wetingang
Art. 10.15 Tw
Essentie
Bijzonder strafrecht. Verdachte had in een tas in zijn woning een jammer aanwezig. Deze was niet aangesloten aan het stroomnet en er lag geen stroomadapter in de nabijheid. Omdat deze jammer is gebouwd en ontworpen om te verstoren, is het uitgesloten dat hiervoor een vergunning is verleend op grond van de Telecommunicatiewet. Er kan alleen dan geen sprake zijn van ‘aangelegd aanwezig hebben’ als bedoeld in art. 10.15 Telecommunicatiewet als het apparaat bijvoorbeeld verpakt is of uit andere omstandigheden blijkt dat de intentie van het gebruik niet aanwezig is. De jammer was niet verpakt, stond voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.