Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 165 [Onbekend gebleven bestuurder bij misdrijf. Informatieplicht eigenaar of houder]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
17-11-1994, Stb. 1994, 858 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23664 Overheid.nl: 23664)
21-04-1994, Stb. 1994, 475 (uitgifte: 30-06-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22030Overheid.nl: 22030)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1994, Stb. 1994, 919 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-12-1994, Stb. 1994, 919 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
Indien een bij deze wet als misdrijf strafbaar gesteld feit wordt begaan door een bij de ontdekking van het feit onbekend gebleven bestuurder van een motorrijtuig, is de eigenaar of houder van dat motorrijtuig verplicht op vordering van een der in artikel 159 bedoelde personen binnen een daarbij te stellen termijn, die ten minste achtenveertig uren bedraagt, de naam en het volledige adres van de bestuurder bekend te maken.
2.
Het eerste lid geldt niet, indien de eigenaar of houder niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.