Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/870
Afwijzing verzoek om een nieuwe advocaat levert in casu geen schending art. 6 EVRM op.
HR 12-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7644
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. Van Schendel, J. De Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
10/02714
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BU7644
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU7644, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU7644, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2012
- Wetingang
Svart. 41; EVRM art. 6, lid 3 sub b en c
Essentie
Het middel klaagt dat het hof ten onrechte het onderzoek ter terechtzitting heeft voortgezet zonder dat de verdachte van rechtsbijstand was voorzien. Het hof heeft het verzoek van de verdachte om contact op te nemen met een nieuwe advocaat afgewezen, kennelijk omdat het hof van oordeel was dat de raadsvrouwe ondanks haar tezamen met de verdachte afgelegde mededeling dat zij de verdachte niet langer ter terechtzitting terzijde stond, nog wel als toegevoegde raadsvrouwe van de verdachte had te gelden en dat de verdachte bij de voortzetting van de behandeling van de zaak ter terechtzitting op zichzelf nog steeds aanspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.