FED 2021/112
De Hoge Raad gaat ‘om’: Voortaan zal de Hoge Raad het uitgangspunt hanteren dat de rechter de tijdigheid van een bezwaar of beroep in een vorige instantie niet ambtshalve behoort te beoordelen.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1153, m.nt. mr. dr. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Fierstra, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/01682
- Noot
mr. dr. P. van der Wal
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS289629:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1153, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad gaat ‘om’: Voortaan zal de Hoge Raad het uitgangspunt hanteren dat de rechter de tijdigheid van een bezwaar of beroep in een vorige instantie niet ambtshalve behoort te beoordelen.
Samenvatting
Het bestuursorgaan moet beoordelen of een bij hem ingediend bezwaarschrift tijdig (artikelen 6:7 tot en met 6:9 van de Awb) is ingediend. De rechtbank moet beoordelen of het beroep tijdig is ingesteld, en het hof moet hetzelfde doen met betrekking tot het bij hem ingestelde (hoger) beroep. Waar in dit arrest over tijdigheid van een ingediend rechtsmiddel wordt gesproken, wordt daaronder mede verstaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.