RvdW 2017/163
Ontslagvergunning op voet art. 6 BBA (oud). Onrechtmatig bestuursbesluit UWV?; beoordeling door civiele rechter; causaal verband; maatstaf.
HR 06-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:18
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 januari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02804
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:18, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1310, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2015
- Wetingang
Art. 7:671a, 6:162 BW; art. 6 BBA; art. 8:5 lid 1 Awb; onderdeel F onder 1 bijlage bij de Awb
Essentie
Ontslagvergunning op voet art. 6 BBA (oud). Onrechtmatig bestuursbesluit UWV?; beoordeling door civiele rechter; causaal verband; maatstaf.
De rechtmatigheid van het besluit van het UWV op de aanvraag van een ontslagvergunning als bedoeld in art. 6 BBA (oud) (thans art. 7:671a BW) dient door de burgerlijke rechter te worden beoordeeld. Tegen dat besluit staat immers geen beroep of bezwaar open op grond van de Awb.
In de gevallen waarin het bestaan van causaal verband tussen een onrechtmatig besluit en schade niet afhankelijk is van een nieuw besluit van het bestuursorgaan (zoals ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.