RvdW 2021/77
Faillissementsprocesrecht. Rechtsmiddel tegen uitspraak gedaan voor faillietverklaring aanhangig gemaakt na faillietverklaring; schorsing geding o.g.v. art. 29 Fw?
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2100
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/00303
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2100, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:741, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Faillissementsprocesrecht. Rechtsmiddel tegen uitspraak gedaan voor faillietverklaring aanhangig gemaakt na faillietverklaring; schorsing geding o.g.v. art. 29 Fw?
Samenvatting
Art. 29 Fw bepaalt dat voor zover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben, het geding na de faillietverklaring wordt geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie van de vordering betwist wordt. De bestaansgrond van deze bepaling is erin gelegen dat ook ten aanzien van een reeds aanhangige rechtsvordering toepassing wordt gegeven aan de hoofdregel van art. 26 Fw, dat vorderingen die voldoening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.