RvdW 2011/420
Getuigenbewijs. Verlies in hoger beroep van hoedanigheid van partijgetuige; voldoende processueel belang om getuige opnieuw te horen?
HR 25-03-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BO5804
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/04546
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BO5804
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5804, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5804, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2009
- Wetingang
Essentie
Getuigenbewijs. Verlies in hoger beroep van hoedanigheid van partijgetuige; voldoende processueel belang om getuige opnieuw te horen?
Als peilmoment voor de beoordeling of een getuige als partij is aan te merken, en of zijn verklaring dus de beperkte bewijskracht heeft als bedoeld in art. 164 lid 2 Rv, geldt het tijdstip waarop hij is gehoord. In dit licht kan de omstandigheid dat een persoon die op het moment waarop hij als getuige is gehoord, partij was in het desbetreffende geding, maar in hoger beroep deze hoedanigheid heeft verloren, meebrengen dat de partij die terzake de bewijslast ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.