NJB 2020/360:Devolutieve werking. Belang bij cassatieklacht. In geschil is of een huurder van een appartement een periodieke aansluitbijdrage moet betalen aan de exploitant van een warmte- en koudeopslag-installatie. De huurder stelt vorderingen in wegens onverschuldigde betaling. In voorwaardelijke reconventie stelt de exploitant vorderingen in wegens ongerechtvaardigde verrijking of onrechtmatige daad. De kantonrechter wijst de vorderingen van de huurder af. Het hof wijst de vorderingen van de huurder alsnog toe. Hoge Raad: Op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep was het hof ertoe gehouden om alsnog het beroep van de exploitant op ongerechtvaardigde verrijking dan wel onrechtmatige daad te onderzoeken. De exploitant heeft echter geen belang bij haar klacht. Nu de klachten tegen het oordeel van het hof over de uitleg van de overeenkomst falen, is geen andere conclusie mogelijk dan dat de vordering van de exploitant op grond van ongerechtvaardigde verrijking of onrechtmatige daad niet toewijsbaar is