NJB 2013/1267:Wederrechtelijkheid art. 138 Sr en stakingsactie. Het bestanddeel wederrechtelijk in art. 138 lid 1 Sr impliceert dat het binnendringen of vertoeven in onder meer een besloten lokaal dat bij een ander in gebruik is, ook al geschiedt dit tegen de wil van de rechthebbende, niet strafbaar is indien dit uit anderen hoofde is gerechtvaardigd (vgl. HR 16 december 1969, LJN AB5039, NJ 1971/96). In casu zijn de gedragingen niet wederrechtelijk nu deze plaatsvonden vanwege het recht op collectief optreden als bedoeld in art. 6, aanhef en onder 4, ESH, terwijl de in art. G ESH voorziene grond tot beperking van de uitoefening van dat recht niet van toepassing was