Einde inhoudsopgave
Verdrag nopens de rechtspositie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van de nationale vertegenwoordigers bij haar organen en van haar internationale staf
Artikel 20 [Permanente functionarissen]
Geldend
Geldend vanaf 18-05-1954
- Bronpublicatie:
20-09-1951, Trb. 1953, 9 (uitgifte: 27-01-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-05-1954
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-1954, Trb. 1954, 82 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Behalve de immuniteiten en voorrechten vermeld in de artikelen 18 en 19, genieten de met de dagelijkse leiding belaste secretaris van de Organisatie, de coördinator van de Noord-Atlantische Verdedigingsproductie, en andere dergelijke permanente functionarissen van overeenkomstige rang als overeengekomen moge worden tussen de Voorzitter van de Plaatsvervangende Leden van de Raad en de Regeringen van Staten-Leden, dezelfde voorrechten en immuniteiten als gewoonlijk verleend worden aan diplomatiek personeel van overeenkomstige rang.