Gst. 2016/18
Bij de toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan dient niet slechts te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar dient mede te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt opgericht. (Zaanstad)
ABRvS 18-11-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3538, m.nt. J.W. van Zundert
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 november 2015
- Magistraten
Mrs J.E.M. Polak, Y.E.M.A. Timmerman-Buck en G.T.J.M. Jurgens
- Zaaknummer
201501995/1/A1
- Noot
J.W. van Zundert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922790:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:3538, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑11‑2015
- Wetingang
(Art. 2.10, lid 1, onder c en 2.11, lid 1Wabo)
Essentie
Bij de toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan dient niet slechts te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar dient mede te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt opgericht. (Zaanstad)
Samenvatting
De omgevingsvergunning voor de reeds door appellant gerealiseerde loods en terreinverharding is geweigerd omdat deze in strijd zijn met het bestemmingsplan nu zij volgens het college niet ten dienste staan van een volwaardig agrarisch bedrijf. De activiteiten zijn volgens een ingewonnen advies van de Agrarische beoordelingscommissie (Abc) wel agrarisch van aard maar appellant exploiteert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.