NJB 2020/2430
Samenloop van niet-ontvankelijkheden in cassatie in ontnemingsprocedure: verval recht van strafvordering door de dood van de verdachte art. 69 Sr en het niet hebben ingediend van cassatiemiddelen art. 437 lid 1 Sv: art. 69 Sr brengt mee dat door de dood van de betrokkene niet alleen het recht tot het instellen of voortzetten van een strafvervolging tegen hem vervalt, maar ook het recht tot het aanvangen of voortzetten van een procedure tegen hem tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1555
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/02118
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1555, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:898, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
Samenloop van niet-ontvankelijkheden in cassatie in ontnemingsprocedure: verval recht van strafvordering door de dood van de verdachte art. 69 Sr en het niet hebben ingediend van cassatiemiddelen art. 437 lid 1 Sv: art. 69 Sr brengt mee dat door de dood van de betrokkene niet alleen het recht tot het instellen of voortzetten van een strafvervolging tegen hem vervalt, maar ook het recht tot het aanvangen of voortzetten van een procedure tegen hem tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Uitspraak
Inleiding
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Cassatiemiddelen zijn namens deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.