NJB 2019/776
Toerekening van kennis. Een natuurlijke persoon is penningmeester van een stichting en verricht feitelijke werkzaamheden voor een BV. De BV doet donaties aan de stichting. In dit geding vordert de BV terugbetaling van de donaties op grond van dwaling. De stichting voert het verweer dat de natuurlijke persoon wist van de juiste stand van zaken en dat die wetenschap aan de BV moet worden toegerekend. Hoge Raad: 1. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De stellingen van de stichting dat de natuurlijke persoon heeft gehandeld als vertegenwoordiger van de BV en dat de stichting in de gegeven omstandigheden heeft mogen vertrouwen op zijn bevoegdheid daartoe, kunnen, indien juist, meebrengen dat bij de beoordeling van het beroep op dwaling de kennis van de natuurlijke persoon aan de BV moet worden toegerekend. Hierop heeft het hof onvoldoende gerespondeerd. 2. Maatschappelijk verkeer. De stellingen van de stichting kunnen rechtvaardigen dat de wetenschap van de natuurlijke persoon in het maatschappelijke verkeer heeft te gelden als wetenschap van de BV. Het hof had deze stellingen in zijn motivering moeten betrekken
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:467
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01396
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:467, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:127, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
Toerekening van kennis. Een natuurlijke persoon is penningmeester van een stichting en verricht feitelijke werkzaamheden voor een BV. De BV doet donaties aan de stichting. In dit geding vordert de BV terugbetaling van de donaties op grond van dwaling. De stichting voert het verweer dat de natuurlijke persoon wist van de juiste stand van zaken en dat die wetenschap aan de BV moet worden toegerekend. Hoge Raad: 1. Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De stellingen van de stichting dat de natuurlijke persoon heeft gehandeld als vertegenwoordiger van de BV en dat de stichting in de gegeven omstandigheden heeft mogen vertrouwen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.