BNB 2022/96
Betekeningskosten dwangbevelen omzetbelastingschuld. Beoordelingsruimte en -maatstaven voor burgerlijke rechter bij afwijzing verzoek tot ambtshalve vermindering
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 mei 2022
- Magistraten
Mrs. Kroeze, Du Perron, Ter Heide, Van Eijsden, Schaafsma
- Zaaknummer
20/02479
- Conclusie
A-G Assink
- Noot
E.B. Pechler
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS656888:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:686, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Betekeningskosten dwangbevelen omzetbelastingschuld. Beoordelingsruimte en -maatstaven voor burgerlijke rechter bij afwijzing verzoek tot ambtshalve vermindering
Samenvatting
Een fiscale eenheid gevormd door acht vennootschappen heeft verschuldigde omzetbelasting niet betaald. De belasting is nageheven. Hiervoor is een betalingsachterstand van € 1.010.215 ontstaan. De Ontvanger heeft de afzonderlijke vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk gesteld en vervolgens aan elk van de vennootschappen een dwangbevel uitgevaardigd. Voor het betekenen is per vennootschap een bedrag van € 11.393 aan kosten vastgesteld. Nadat een betalingsregeling was getroffen met de Ontvanger, heeft de Ontvanger een verzoek tot ambtshalve vermindering van de betekeningskosten afgewezen. Het Hof heeft geoordeeld dat die beslissing ...