Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, van 12 Augustus 1949
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 73 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 73 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen bij het conflict kunnen een beroep doen op de menslievendheid der gezagvoerders van onzijdige handelsvaartuigen, jachten of andere kleine vaartuigen, om gewonden, zieken of schipbreukelingen aan boord te nemen, hen te verzorgen en de doden op te nemen.
2.
De vaartuigen van welke soort ook, welke aan dit beroep gehoor hebben gegeven, evenals die welke uit eigen beweging gewonden, zieken of schipbreukelingen aan boord hebben genomen, zullen bijzondere bescherming alsmede faciliteiten genieten, ten einde deze hulp te kunnen verlenen.
3.
In geen geval mogen zij wegens het feit van dit vervoer worden prijsgemaakt; maar zij blijven, tenzij hun beloften in tegengestelde zin zijn gedaan, blootgesteld aan prijsmaking wegens enige schending der onzijdigheid, waaraan zij zich mochten hebben schuldig gemaakt.