RvdW 2010, 425
Wederrechtelijke doorreis in art. 197a Sr. Onder ‘weten’ in art. 197a valt voorwaardelijk opzet.
HR 09-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ3230
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 maart 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/10207
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BJ3230
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ3230, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ3230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
Essentie
Wederrechtelijke doorreis in art. 197a Sr Onder ‘weten’ in art. 197a valt voorwaardelijk opzet.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 3 juli 2007, nummer 20/003000-06, in de strafzaak tegen: [verdachte 2]. Adv. mr. K. Canatan, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. K. Canatan, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.