Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/11/EU alternatieve beslechting consumentengeschillen en wijziging Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)
Artikel 19 Door geschillenbeslechtingsentiteiten aan bevoegde autoriteiten te verstrekken informatie
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2013
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 2013/11/EU)
- Inwerkingtreding
08-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 2013/11/EU)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de op hun grondgebied gevestigde geschillenbeslechtingsentiteiten die voornemens zijn uit hoofde van deze richtlijn als ADR-entiteiten te worden gekwalificeerd en overeenkomstig artikel 20, lid 2, in de lijst te worden opgenomen, de bevoegde autoriteit de volgende gegevens verstrekken:
- a)
hun naam, contactgegevens en internetadres;
- b)
informatie over hun structuur en financiering, met inbegrip van informatie over de natuurlijke personen die zijn belast met de geschillenbeslechting, over hun vergoeding, over hun ambtstermijn en over hun werkgever;
- c)
hun procedurevoorschriften;
- d)
de verschuldigde vergoedingen, indien van toepassing;
- e)
de gemiddelde duur van de geschillenbeslechtingsprocedures;
- f)
de taal of talen waarin klachten kunnen worden ingediend en de geschillenbeslechtingsprocedure kan worden gevoerd;
- g)
een verklaring betreffende de soorten geschillen waarvoor de geschillenbeslechtingsprocedure geldt;
- h)
de gronden waarop de geschillenbeslechtingsentiteit mag weigeren een gegeven geschil in behandeling te nemen overeenkomstig artikel 5, lid 4;
- i)
een met redenen omklede verklaring of de entiteit kan worden gekwalificeerd als een ADR-entiteit in de zin van deze richtlijn en of zij voldoet aan de in hoofdstuk II gestelde kwaliteitseisen.
Ingeval de onder a) tot en met h) bedoelde informatie wijzigingen ondergaat, delen de ADR-entiteiten deze wijzigingen onverwijld mee aan de bevoegde autoriteit.
2.
Indien de lidstaten de in artikel 2, lid 2, onder a), beschreven procedures besluiten toe te staan, zorgen zij ervoor dat de ADR-entiteiten die dergelijke procedures hanteren de bevoegde autoriteit op de hoogte stellen van de informatie die noodzakelijk is om te beoordelen of zij de specifieke aanvullende eisen van onafhankelijkheid en transparantie als bedoeld in artikel 6, lid 3, naleven, naast de in lid 1 vermelde informatie en verklaringen.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat de ADR-entiteiten de bevoegde autoriteiten eens in de twee jaar informatie verstrekken over:
- a)
het aantal voorgelegde geschillen en het soort klachten waarop zij betrekking hebben;
- b)
het aandeel in procent ADR-procedures die zonder uitkomst zijn stopgezet;
- c)
de gemiddelde tijd die nodig was voor de beslechting van de voorgelegde geschillen;
- d)
voor zover bekend, het percentage gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd;
- e)
eventuele systematische of aanzienlijke, veelvoorkomende problemen die leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers. De in dit verband medegedeelde informatie kan vergezeld gaan van aanbevelingen over de wijze waarop dergelijke problemen in de toekomst kunnen worden vermeden of opgelost;
- f)
in voorkomend geval, een beoordeling van de doeltreffendheid van hun samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen;
- g)
in voorkomend geval, de opleiding die overeenkomstig artikel 6, lid 6, aan met ADR belaste natuurlijke personen wordt verstrekt;
- h)
een evaluatie van de doeltreffendheid van de door de entiteit aangeboden ADR-procedure en van de mogelijke manieren om de prestaties daarvan te verbeteren.