V-N 2015/44.10
In ‘Sarakreekachtige’-zaak volgens A-G Wattel rekening houden met interne royalty’s tussen hoofdhuis en vaste inrichting
HR (A-G) 20-05-2015, ECLI:NL:PHR:2015:818, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
20 mei 2015
- Zaaknummer
14/05100
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921728:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1031, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2014
- Wetingang
art. 35 Bvdb 2001
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de afspraken binnen de f.e. over het gebruik van Z door de v.i., en de daarvoor verschuldigde royalty’s, zakelijk zijn. Volgens de A-G moet dan rekening worden gehouden met de royaltybetalingen vanuit de v.i.
Samenvatting
De belanghebbende is onderdeel van een internationaal concern. De merknaam staat ook voor een complex van immateriële activa waaronder patenten, merkrechten en procedures, aangeduid als format. In 1996 heeft de belanghebbende voor $ 63,4 mln. ineens het recht (‘usufruct’) verworven om voor een periode van 15 jaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.