NJ 2011/263
Conservatoir beslag op woning onder echtgenote, gehuwd in gemeenschap van goederen met verdachte.
HR 31-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2483
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/01357 B
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BQ2483
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2483, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2011
- Wetingang
Sv art. 94a lid 3 en 4
Essentie
De rechter dient bij conservatoir beslag onder een derde als maatstaf aan te leggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat de klager als eigenaar van het voorwerp moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk te geven. Indien de klager als eigenaar wordt aangemerkt, zal de rechter tevens moeten onderzoeken en daarvan blijk moeten geven of zich de situatie van art. 94a, derde of vierde lid, Sv voordoet (vgl. LJN BL2823, NJ 2010/654, rov. 2.15). Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat de klaagster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.