FED 2023/51
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 36 Invorderingswet 1990 in fase na besluit tot beëindiging activiteiten vennootschap in beginsel ook bij persoonlijk belang bestuurder bij betalingen aan niet-gelieerde schuldeisers.
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:182, m.nt. mr. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2023
- Magistraten
Mrs. Feteris, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/00525
- Noot
mr. G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS693719:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:182, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2023
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 36 Invorderingswet 1990 in fase na besluit tot beëindiging activiteiten vennootschap in beginsel ook bij persoonlijk belang bestuurder bij betalingen aan niet-gelieerde schuldeisers.
Samenvatting
De Ontvanger stelt een bestuurder aansprakelijk voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen loonheffingen. In casu gaat het om een situatie waarin de vennootschap had besloten haar activiteiten te beëindigen. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende kennelijk onbehoorlijk bestuur kan worden verweten. Het Hof kende daarbij gewicht toe aan de volgende omstandigheden:
- (i)
De BV heeft besloten haar activiteiten te beëindigen en deze beëindiging is feitelijk gestart op 15 augustus 2013. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.