Hof Den Haag, 22-11-2016, nr. 22-004472-14, nr. 09-715752-12
ECLI:NL:GHDHA:2016:3702, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
22-11-2016
- Zaaknummer
22-004472-14
09-715752-12
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2016:3702, Uitspraak, Hof Den Haag, 22‑11‑2016; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:2143, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Uitspraak 22‑11‑2016
Inhoudsindicatie
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van en het zich toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 91 (eenennegentig) dagen. Daarnaast veroordeelt het hof de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.
Rolnummer: 22-004472-14
Parketnummer: 09-715752-12
Datum uitspraak: 22 november 2016
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 13 oktober 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1954,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 9 februari 2016 en (na tussenarrest van 23 februari 2016, 7 juni 2016 en 8 november 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 november 2010 tot en met 17 augustus 2011 te Leiden, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten een 594 (of daaromtrent) foto's - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten (een) computer(s) en/of (een) (externe) diskdrive(s),
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
- het vasthouden en in de mond houden van een penis door een naakt meisje (geschatte leeftijd 3-6 jaar) (foto [x])
- het door een naakte jongen (geschatte leeftijd 10-15 jaar) penetreren van de vagina van een naakt meisje (geschatte leeftijd 10-15 jaar) (foto [x])
- het naakt poseren van een meisje (geschatte leeftijd 10-14 jaar) dat een sjaal draagt en een roos voor haar vagina houdt, haar vagina en rechterborst zijn duidelijk in beeld (foto [x])
- het door een persoon met de vinger betasten van een substantie gelijkendop sperma, tussen de schaamlippen van een naakt meisje (geschatte leeftijd 5-9 jaar) (foto [x])
- het poseren door een meisje (geschatte leeftijd 12-15 jaar) in netkleding en met laklaarzen en lakhandschoenen aan. Ter hoogte van haar vagina zit een gat in de netkleding. Haar vagina is duidelijk zichtbaar. ([x])
- het poseren van verdachte en (in zijn armen) een meisje (geschatte leeftijd 8-12 jaar). Het meisje heeft een bikini aan. Deze afbeelding is vervolgens in opeenvolgende afbeeldingen door verdachte zodanig bewerkt zodat de suggestie wordt gewekt dat de beide borsten van het meisje ontbloot zijn en/of de vagina van het meisje zichtbaar is; ([x]) - het poseren van een meisje (geschatte leeftijd 9-12 jaar) met een ontbloot bovenlijf, het meisje zit met haar benen wijd en haar onderbroek is duidelijk in beeld gebracht, de nadruk van deze foto ligt duidelijk bij het kruis van het meisje (foto 1, pagina 15 van het dossier).
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Partiële nietigheid van de dagvaarding
Ten aanzien van de geldigheid van de inleidende dagvaarding stelt het hof voorop dat aan de term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ in de zin van artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Zonder feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging voldoet de dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sr gestelde eis van opgave van het feit (vgl. HR 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739).
Het hof stelt vast dat aan de verdachte het verspreiden, vervaardigen, invoeren, uitvoeren, in bezit hebben van en/of zich toegang verschaffen tot 594 foto’s met een kinderpornografische aard is tenlastegelegd.
De term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ is uitgewerkt door een feitelijke omschrijving van veertien foto’s. Deze nadere aanduidingen van de inhoud van de afbeeldingen levert naar het oordeel van het hof voor die nader omschreven bestanden een voldoende feitelijke omschrijving op, zodat daarmee is voldaan aan de in artikel 261, eerste lid, Sr gestelde eis van opgave van het feit (vgl. HR 28 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3710).
Het hof is van oordeel dat de inleidende dagvaarding ten aanzien van het aantal overige – niet gespecificeerde - foto’s niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261, eerste lid, Sr.
De dagvaarding zal dan ook ten aanzien van dat aantal nietig worden verklaard.
Partiële vrijspraak
Wat betreft de onder de eerste drie gedachtestreepjes genoemde afbeeldingen overweegt het hof als volgt.
Verdachte heeft elke wetenschap ontkend van de aanwezigheid van deze afbeeldingen op zijn computer.
Blijkens het dossier en de daarin genoemde filepaths van deze afbeeldingen gaat het om in de zogenaamde Google toolbar aangetroffen zogenaamde thumbnails (bladzijde 65). Thumbnails zijn sterk verkleinde afbeeldingen. Veelal kan men door het aanklikken van dergelijke thumbnails via internet toegang krijgen tot het origineel op normaal formaat.
In het dossier bevindt zich geen verdere informatie, zoals bijvoorbeeld zoektermen, aan de hand waarvan de onderhavige 3 thumbnails anders dan op basis van louter aantreffen zouden zijn te relateren aan verdachte en/of zijn computer.
In de Google toolbar geplaatste thumbnail zijn niet zonder meer toegankelijk voor een gebruiker. Voorts kunnen dergelijke thumbnails na het bezoek van websites door een gebruiker zonder tussenkomst van die gebruiker op zijn computer worden geplaatst.
Gezien deze feiten en omstandigheden is het hof - met de advocaat-generaal – van oordeel dat voor het opzettelijke bezit van deze afbeeldingen onvoldoende bewijs in het dossier voorhanden is, en er aldus ten dien aanzien vrijspraak dient te volgen.
Wat betreft de onder het zesde en zevende gedachtestreepje genoemde afbeeldingen (zijnde de door verdachte bewerkte foto’s en de door verdachte zelf gemaakte foto) is het hof eveneens van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken, nu deze foto’s naar het oordeel van het hof niet kunnen worden aangemerkt als afbeeldingen van een seksuele gedraging als bedoeld in artikel 240b Sr.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 56 november 2010 tot en met 17 augustus 2011 23 november 2010 te Leiden, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten een 594 (of daaromtrent) foto's - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten (een) computer(s) en/of (een) (externe) diskdrive(s),
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer):
- het vasthouden en in de mond houden van een penis door een naakt meisje (geschatte leeftijd 3-6 jaar) (foto [x])
- het door een naakte jongen (geschatte leeftijd 10-15 jaar) penetreren van de vagina van een naakt meisje (geschatte leeftijd 10-15 jaar) (foto [x])
- het naakt poseren van een meisje (geschatte leeftijd 10-14 jaar) dat een sjaal draagt en een roos voor haar vagina houdt, haar vagina en rechterborst zijn duidelijk in beeld (foto [x])
- het door een persoon met de vinger betasten van een substantie gelijkendop sperma, tussen de schaamlippen van een naakt meisje (geschatte leeftijd 5-9 jaar) (foto [x])
- het poseren door een meisje (geschatte leeftijd 12-15 jaar) in netkleding en met laklaarzen en lakhandschoenen aan. Ter hoogte van haar vagina zit een gat in de netkleding. Haar vagina is duidelijk zichtbaar. ([x])
- het poseren van verdachte en (in zijn armen) een meisje (geschatte leeftijd 8-12 jaar). Het meisje heeft een bikini aan. Deze afbeelding is vervolgens in opeenvolgende afbeeldingen door verdachte zodanig bewerkt zodat de suggestie wordt gewekt dat de beide borsten van het meisje ontbloot zijn en/of de vagina van het meisje zichtbaar is; ([x]) - het poseren van een meisje (geschatte leeftijd 9-12 jaar) met een ontbloot bovenlijf, het meisje zit met haar benen wijd en haar onderbroek is duidelijk in beeld gebracht, de nadruk van deze foto ligt duidelijk bij het kruis van het meisje (foto 1, pagina 15 van het dossier).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Met betrekking tot de in de tenlastelegging onder gedachtestreepjes 5 en 6 genoemde afbeeldingen overweegt het hof als volgt.
Op een computer van verdachte zijn in de unallocated clusters 2 afbeeldingen (wide1.jpg en npapl.jpg) aangetroffen. Blijkens de omschrijving in het proces-verbaal, welke in de tenlastelegging is overgenomen, zijn deze afbeeldingen kinderpornografisch van aard. Verdachte heeft de juistheid van de in het proces-verbaal weergegeven omschrijving van deze afbeeldingen en de kwalificatie van deze afbeeldingen als kinderpornografisch niet weersproken.
De betreffende afbeeldingen zijn aangetroffen in een verwijderde map “[bestandsnaam]”. De verdachte heeft erkend gebruiker van de computer en de gebruiker van de map admin te zijn. Dit laatste blijkt ook uit andere gegevens in deze map.
In de internetgeschiedenis van genoemde computer is een url van een bestandslocatie op de computer aangetroffen, zijnde E://Documents and Settings/Admin/Mijn documenten/Downloads/[x] Het hof gaat er vanuit dat deze laatste bestandsnaam verwijst naar een zogenaamd rar-archiefbestand.
Blijkens de NFI-deskundige ir. Van Eijk creëert een rar-archief bestand na “uitpakken” een map met dezelfde naam als de naam van het betreffende rar-archiefbestand, maar dan zonder de .rar-extensie.
Het hof concludeert uit het voorgaande dat genoemde afbeeldingen wide1.jpg en npapl.jpg, in de map “/Documents and Settings/Admin/Mijn documenten/Downloads/[x]” zijn geplaatst na het door verdachte openen van een daarvoor door hem gedownload rar-archiefbestand met de naam [x].
Uit verricht digitaal onderzoek naar de in de metadata van de bestanden wide1.jpg en npapl.jpg aanwezige zogenaamde tijdstempels blijkt dat deze de navolgende informatie inhouden:
Created date van wide1.jpg = 06-11-2010, om 12:45 uur.
Created date van npapl.jpg = 06-11-2010, om 11:55 uur.
Op 23 november 2010, om 01:12 en 01:13 uur waren deze bestanden voor het laatst benaderd (last accessed). Verdachte heeft verklaard dat hij op deze datum (ook) voormelde bestanden heeft verwijderd.
Uit digitaal onderzoek blijkt dat op 23 november 2010 ook een groot aantal andere bestanden zijn verwijderd. Gezien de overeenkomsten in de last accessed tijdstempels van deze verwijderde bestanden maakten deze onderdeel uit van mappen die op dat moment in zijn geheel door verdachte van zijn computer werden verwijderd.
Zulks komt qua gedraging overeen met hetgeen uit verder digitaal onderzoek is gebleken, namelijk dat door verdachte op 16 augustus 2011, zeer kort nadat hij door buurtbewoners was aangesproken op het fotograferen van jonge spelende kinderen, diverse omvangrijke wisactiviteiten op zijn computer zijn uitgevoerd, waarbij door de gebruiker admin (het hof neemt aan: verdachte) submappen van de map Downloads zijn verwijderd.
Verdachte heeft ook zelf verklaard op 23 november 2010 en 16 augustus 2011 bestanden van zijn computer te hebben verwijderd.
Uit onderzoek aan de computer van verdachte is verder gebleken dat er geen aanwijzingen zijn, dat de computertijd op de computer van verdachte zou afwijken van de werkelijke tijd.
Uit het voorgaande leidt het hof af dat de afbeeldingen wide1.jpg en npapl.jpg op 23 november 2010 aanwezig waren op de computer van verdachte en op dat moment bewust door verdachte zijn verwijderd.
Zoals reeds gesteld bevat de metadata van de bestanden wide1.jpg en npapl.jpg informatie inhoudende een created date 06-11-2010, om 12:45 uur, respectievelijk created date 06-11-2010, om 11:55 uur. Hiervoor is voorts reeds aangegeven dat deze (en nog een aanzienlijk aantal andere) bestanden in de map [x] zijn opgeslagen na het “uitpakken” van het bestand [x].rar. Voorts zijn er zoals gesteld na onderzoek geen aanwijzingen gebleken dat de klok op de computer van verdachte niet zou ingesteld op de juiste datum/tijd. Integendeel, de bevinding dat genoemde bestanden in de metadata de vermelding last accessed 23 november 2010 bevatten past bij de verklaring van verdachte dat hij deze op 23 november 2010 zou hebben verwijderd. Het hof leidt hieruit af dat de tijdsvermelding op 23 november 2010 in ieder geval juist was. Nu niet gesteld is, en er evenmin enige aanwijzing is, dat zulks (kort) daarvoor, anders zou zijn geweest, gaat het hof er vanuit dat op de computerklok op verdachtes computer op 6 november 2010 eveneens de werkelijke datum en tijd weergaf.
In zijn rapport stelt de deskundige Van Eijk in dit verband voorts het volgende: “Als aangenomen kan worden dat de bestanden beide afkomstig zijn uit een rar-archiefbestand, en de op de bestanden aangetroffen tijdstempels overeenkomen met de werkelijke tijd, zijn de bestanden zeer waarschijnlijk toegankelijk geweest op deze locatie van het bestandssysteem van 6 november 2010 tot en met 23 november 2010.”
Tevens stelt de deskundige in genoemd rapport dat de tijdstempels op de mappen niet geheel in lijn zijn met de sporen die achterblijven als een rar-archiefbestand wordt uitgepakt en op die locatie blijft. Hij wijst erop dat met name de creatietijden van de mappen afwijken hetgeen zijns inziens een indicatie is dat “de bestanden worden bekeken, gekopieerd, gebackupt, etc.”. In dit verband kent het hof ook betekenis toe aan de verklaring van verdachte ter terechtzitting inhoudende: “Dat het rar-bestand is gedownload klopt, dat het automatisch wordt opgeslagen ook. Dat het daarna is uitgepakt en bekeken ook.”
Het hof stelt voorts vast dat er geen aanwijzingen zijn voor de juistheid van de eerst bij de laatste zitting in hoger beroep door verdachte verwoorde stelling dat hij voormelde rar-bestand (en de daarin vervatte) bestanden eerst op 23 november 2010 zou hebben gedownload en/of geopend. Het hof acht zulks dan ook niet aannemelijk geworden.
Gezien voormelde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien is het hof van oordeel dat het buiten redelijke twijfel is dat verdachte voormelde bestanden op 6 november 2010 door middel van het “uitpakken” van genoemd eerder gedownload rar-bestand in een direct voor hem direct toegankelijke map heeft geplaatst, deze daarna heeft bekeken en vervolgens op 23 november 2010 heeft verwijderd. Aldus heeft verdachte voormelde afbeeldingen in voormelde periode in ieder geval feitelijk in zijn bezit gehad, was hij zich van de aanwezigheid van deze afbeeldingen bewust en waren deze afbeeldingen in die periode ook voor hem toegankelijk.
Het hof is voorts van oordeel dat verdachte, minst genomen in voorwaardelijke zin, ook opzet op het bezit van deze afbeeldingen heeft gehad. Het hof wijst in dit verband allereerst op de eigen verklaringen van verdachte, welke - zakelijk weergeven - inhouden, dat hij:
- “ in principe zocht op dingen die verband houden met naturisme”;
- diverse bestanden, waaronder (rar-)archiefbestanden downloadde, en deze dan “heel vaak” uitpakte zonder precies te weten wat erin zat. Hij bekeek dan vervolgens de inhoud. Als hij dan zag “dat het niet goed was” gooide hij ze weg;
- deze bestanden onder meer van een bulletinboard downloadde, waarop hij eerder naturistische afbeeldingen had aangetroffen, terwijl hem (op dat bulletinboard) alleen een link en een wachtwoord was gegeven, en het hem dus onbekend was wat hij via de betreffende link downloadde;
- ( op een vraag naar het kinderpornografisch karakter van aangetroffen afbeeldingen en zijn eerdere verklaring dat hij wel eens dingen tegen kwam die niet door de beugel konden:) wel eens dingen tegenkwam “die niet door de beugel kunnen” en “minder fraai materiaal” tegenkwam;
- erkent “daarmee een risico te hebben genomen”.
Het hof overweegt voorts dat er op de computer van verdachte ook sporen zijn aangetroffen welke erop wijzen, dat verdachte onder meer een bulletin board met de naam [x] heeft bezocht, een internetsite waar verwijzingen naar downloads van bestanden met kinderporno worden aangeboden. Deze sporen behelzen onder meer 2 fragmenten van HTML-pagina’s van het [x] waarop onder meer gesproken wordt over ”[x]”, a “[x]”, [x], alsook een password wordt vermeld met de naam [x] facefucked.
Uit het deskundigenonderzoek naar de browsergeschiedenis op verdachtes computer (bijlage 1) blijkt voorts dat op 29 november 2010 en de dagen erna vanaf de computer van verdachte websitelokaties zijn bezocht waarop zich blijkens de vermelding van de .rar-extensie archiefbestanden bevonden. Het betreft hier websites met namen als [website]. Zoals hiervoor reeds gememoreerd, zijn bij datzelfde deskundigenonderzoek op verdachtes computer (bijlage 2) fragmenten gevonden van HTML-pagina’s die verwijzen naar voormeld [x]. Op deze pagina’s niet alleen overduidelijk gerelateerd aan kinderpornografie, maar wordt tevens meermalen verwezen naar onder meer de [website] website.
Tevens valt op dat verdachte weliswaar ook van webpagina’s afkomstige afbeeldingen op zijn computer had welke kennelijk vervaardigd waren op naturistische bijeenkomsten of plaatsen waar naturisme beleefd wordt, maar dat daarbij vooral sprake blijkt te zijn van afbeeldingen van (naakte) kinderen. Dit blijkt onder meer uit bestandsnamen als: Preteen en teen nudist pageant contests; A preeteen naturist event; Nudist boys on rafts; Nudist girls play on the beach; Teenage naturists celebrate sea festival etc.
Uit voormelde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, volgt naar het oordeel van het hof allereerst dat verdachte ook nadat hem was gebleken dat zulk zoekgedrag eerder kinderpornografisch materiaal opleverde, is doorgegaan met het zoeken en “ongezien” downloaden van de resultaten van dat zoekgedrag, waaronder ook kinderpornografisch materiaal. Voorts blijkt uit het hiervoor overwogene dat verdachte blijkens zijn handelen en internetzoekgedrag een bijzondere belangstelling had voor afbeeldingen van geheel of vrijwel naakte kinderen en/of zocht in omgevingen waarin de kans op aantreffen van kinderpornografisch materiaal zo al niet zeer waarschijnlijk dan toch bovengemiddeld groot was.
Zeker in onderlinge samenhang bezien valt zulks naar het oordeel van het hof in redelijkheid niet anders te duiden dan dat verdachte minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn zoek- en downloadgedrag, daaronder begrepen het downloaden van voormeld rar-bestand [x].rar en de daarin vervatte, op de tenlastelegging vermelde kinderpornografische bestanden, zou leiden tot het op zijn computer aanwezig zijn van kinderpornografisch materiaal. Nu verdachte de afbeeldingen wide1.jpg en npapl.jpg niet direct verwijderd heeft nadat hij deze – al dan niet geïncorporeerd in het rar-bestand - had gedownload, is het hof van oordeel dat verdachtes (voorwaardelijk) opzet met betrekking tot deze afbeeldingen gericht is geweest op het bezit daarvan.
Gezien het voorgaande acht het hof tevens bewezen dat voormelde in de tenlastelegging omschreven afbeeldingen wide1.jpg en npapl.jpg door verdachte zijn verkregen door het benaderen van een bron (waarschijnlijk een bulletin board) op internet en het vervolgens downloaden van een rar-bestand via een hyperlink waarnaar op die bron werd verwezen. Aldus heeft verdachte zich feitelijk via een geautomatiseerd werk toegang verschaft tot kinderpornografische afbeeldingen.
Gezien de wijze van zoeken, de lokaties waar hij zocht, en het gegeven dat hij langs die weg al eerder kinderpornografische materiaal had gedownload, maar desondanks op dezelfde wijze met zijn internetzoek- en downloadgedrag is voortgegaan, is het hof van oordeel dat verdachtes opzet, minst genomen in voorwaardelijke zin, ook in het kader van het zich toegang verschaffen was gericht op het kinderpornografisch karakter van de afbeeldingen was gericht, in die zin dat hij aldus en daardoor willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaarde dat hij zich (ook) toegang zou verschaffen tot materiaal met een kinderpornografisch karakter.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, en zich daartoe middels een geautomatiseerd werk de toegang verschaffen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van en het zich toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het in bezit nemen en het zich toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Ten gevolge hiervan lopen deze kinderen dikwijls psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Dat de verdachte hieraan een bijdrage heeft geleverd, rekent het hof de verdachte zwaar aan.
Het hof constateert echter eveneens dat het in deze zaak gaat om een relatief klein aantal afbeeldingen die verdachte ook een relatief korte periode in zijn bezit heeft gehad en dat het feit inmiddels 6 jaar geleden is begaan. Voorts is gebleken dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke of andere strafbare feiten.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur en een onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden omvang een passende en geboden reactie vormen.
Beslag
Het na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zoals dit vermeld is onder 5 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (Computer, merk HP Pavilion), volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan. Het hof zal daarom dit voorwerp verbeurd verklaren.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Met betrekking tot de overige op de beslaglijst genoemde voorwerpen zal het hof de teruggave aan de verdachte bevelen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de inleidende dagvaarding partieel nietig voor zover het betreft het aantal niet-gespecificeerde foto’s (580).
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 91 (eenennegentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de voorwerpen genummerd 5 en 6.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de voorwerpen genummerd 1, 2, 3, 4 en 7 tot en met 11.
Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. A. Kuijer en mr. J.T.F.M. van Krieken, in bijzijn van de griffier mr. R. van den Bosch.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 22 november 2016.