NJB 2022/243
Voorwaardelijk opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, art. 225 lid 2 Sv: in casu kon het hof oordelen dat de verdachte ten tijde van het versturen van het document – met daarin een niet-bestaande testuitslag voor zwaardvis – bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij een vervalst document, als ware het echt en onvervalst, naar de NVWA zou sturen. Daaraan doet niet af de enkele omstandigheid dat de verdachte, nadat hij het PDF-bestand had verzonden, aan de NVWA heeft laten weten dat hij abusievelijk het verkeerde document had toegezonden. A-G: anders.
HR 18-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:34
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 januari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/02694
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:34, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2021
- Wetingang
(art. 225 Sr)
Essentie
Voorwaardelijk opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, art. 225 lid 2 Sv: in casu kon het hof oordelen dat de verdachte ten tijde van het versturen van het document – met daarin een niet-bestaande testuitslag voor zwaardvis – bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij een vervalst document, als ware het echt en onvervalst, naar de NVWA zou sturen. Daaraan doet niet af de enkele omstandigheid dat de verdachte, nadat hij het PDF-bestand had verzonden, aan de NVWA heeft laten weten dat hij abusievelijk het verkeerde document had toegezonden. A-G: anders.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.