Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 225 [Verkeer met advocaat]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1926
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 592.
- Bronpublicatie:
30-07-1925, Stb. 1925, 343 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-06-1925, Stb. 1925, 308 (uitgifte: 29-07-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-01-1921, Stb. 1921, 14 (uitgifte: 28-01-1921, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1926
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Gedurende de gijzeling kan de getuige zich beraden met een advocaat binnen het rijk de praktijk uitoefenende.
2.
Deze heeft vrijen toegang tot den getuige, kan hem alleen spreken en met hem brieven wisselen zonder dat van den inhoud door anderen wordt kennisgenomen, een en ander onder het vereischte toezicht, met inachtneming van de huishoudelijke reglementen, en zonder dat het onderzoek daardoor mag worden opgehouden.
3.
De rechter-commissaris staat den advocaat op diens verzoek toe van de processen-verbaal betreffende de verhooren van den getuige kennis te nemen.
4.
Hij kan, voor zoover het belang van het onderzoek dit niet verbiedt, den advocaat op diens verzoek toestaan ook van de overige processtukken kennis te nemen.