Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het brengen van eenheid in eenige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer
Artikel 40 A
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 28-09-1955, Trb. 1956, 26.
- Bronpublicatie:
28-09-1955, Trb. 1956, 26 (uitgifte: 19-03-1956, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-1963, Trb. 1963, 130 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
In artikel 37, lid 2, en in artikel 40, lid 1, heeft de uitdrukking Hoge Verdragsluitende Partij de betekenis van Staat. In alle andere gevallen heeft de uitdrukking Hoge Verdragsluitende Partij de betekenis van een Staat, welks bekrachtiging of toetreding tot het Verdrag van kracht is geworden en welks opzegging daarvan nog niet van kracht is geworden.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag heeft het woord grondgebied niet alleen de betekenis van het grondgebied van het moederland van een Staat, maar ook van alle andere gebieden voor welker buitenlandse betrekkingen die Staat verantwoordelijk is.