NJB 2020/977
Voorhanden hebben van een wapen door een verdachte die stelt dat sprake is van verontschuldigbare onbewustheid nu hij niet wist dat het wapen van volautomatische aard was, art. 26 lid 1 jo art. 55 en 56 WWM: voor een veroordeling van het als pleger voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat de verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had, waartoe deze ‘een meerdere of mindere mate’ van bewustheid dient te hebben. De vereiste bewustheid strekt zich niet uit tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie. Het hof kon in casu aldus tot een veroordeling komen
HR 31-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:507
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, , A.L.J. van Strien en M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/01788
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:507, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Voorhanden hebben van een wapen door een verdachte die stelt dat sprake is van verontschuldigbare onbewustheid nu hij niet wist dat het wapen van volautomatische aard was, art. 26 lid 1 jo art. 55 en 56 WWM: voor een veroordeling van het als pleger voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat de verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had, waartoe deze ‘een meerdere of mindere mate’ van bewustheid dient te hebben. De vereiste bewustheid strekt zich niet uit tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie. Het hof kon in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.