JAR 2017/58
Nederlandse rechter niet bevoegd kennis te nemen van geschil jegens in buitenland wonende bestuurder, nu vordering mede is gebaseerd op arbeidsovereenkomst.
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:133 (Holterman c.s./Spies)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/01256
- Roepnaam
Holterman c.s./Spies
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:133, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2014:164, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Verweerder was bestuurder van eiseres 1. De vennootschap vordert een schadevergoeding van hem op grond van 2:9 BW, 7:661 BW en art. 6:162 BW. Naar het oordeel van verweerder is de rechtbank Almelo niet bevoegd, nu hij in Duitsland woonachtig is. De rechtbank heeft hem daarin gelijk gegeven en dit vonnis is door het hof bekrachtigd. Op grond van de EEX-verordening kan een vordering van de werkgever slechts worden gebracht voor een gerecht van de lidstaat waarin de werknemer woonplaats heeft. De vennootschap stelt cassatie in.
De Hoge Raad heeft op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.