V-N 2016/43.13
Rechtbank stelt prejudiciële vragen aan Hoge Raad in zaak van Duitse UCITS
Rb. Zeeland-West-Brabant 01-08-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:4829, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
1 augustus 2016
- Magistraten
Stassen, Beukers-van Dooren, Pauwels
- Zaaknummer
BRE 12/29
BRE 12/30
BRE 12/152
BRE 12/153
BRE 12/154
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924298:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2021:264, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21‑01‑2021
ECLI:NL:RBZWB:2017:2886, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08‑05‑2017
ECLI:NL:RBZWB:2016:4829, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01‑08‑2016
- Wetingang
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in de zaak van een UCITS uit Duitsland. De rechtbank twijfelt of de Hoge Raad in een arrest (BNB 2015/203) wel de juiste vergelijkingsmaatstaf heeft aangelegd.
Samenvatting
X, een Publikum Sondervermögen (beleggingsfonds), is naar Duits recht opgericht en in Duitsland gevestigd, en is een UCITS (Undertaking for Collective Investment in Transferable Securities)-fonds. De aandelen van X zijn beursgenoteerd. De participanten in X kunnen deelnemen in haar bezittingen door het kopen van aandelen, via een systeem genaamd ‘global stream’. In de jaren 2002-2008 wordt voor ruim € 700.000 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.