NJB 2022/413
Onrechtmatige overheidsdaad. Besluitaansprakelijkheid. In 2008 verleent de gemeente een bouwvergunning. Na bezwaar en beroep van een omwonende oordeelt de bestuursrechter het beroep gedeeltelijk gegrond, omdat een deel van het bouwplan binnen de provinciale Groene Hoofdstructuur ligt. B&W herroept het besluit. Vervolgens wijzigt de provincie de begrenzing van de Groene Hoofdstructuur, waardoor het bouwplan erbuiten komt te liggen. Daarna (in 2013) handhaaft de gemeente alsnog het besluit uit 2008. De aanvrager vordert vergoeding van vertragingsschade. Hoge Raad: 1. Onrechtmatigheid. Toerekening. Het oordeel van het hof dat het besluit uit 2008 onrechtmatig is en dit aan de gemeente kan worden toegerekend (waarbij haar dwaling op grond van de verkeersopvattingen voor haar rekening komt), geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. 2. Causaal verband. Het komt aan op de vraag welk rechtmatig besluit de gemeente zou hebben genomen. Het hof is ten onrechte ongemotiveerd voorbij gegaan aan het betoog van de aanvrager dat, als in 2008 zou zijn onderkend dat een deel van het bouwplan binnen de Groene Hoofdstructuur lag, de gemeente toen al aan de provincie zou hebben verzocht de begrenzing van de Groene Hoofdstructuur aan te passen.
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:115
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01823
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:115, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:691, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑06‑2020
- Wetingang
(art. 6:162 BW)
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Besluitaansprakelijkheid. In 2008 verleent de gemeente een bouwvergunning. Na bezwaar en beroep van een omwonende oordeelt de bestuursrechter het beroep gedeeltelijk gegrond, omdat een deel van het bouwplan binnen de provinciale Groene Hoofdstructuur ligt. B&W herroept het besluit. Vervolgens wijzigt de provincie de begrenzing van de Groene Hoofdstructuur, waardoor het bouwplan erbuiten komt te liggen. Daarna (in 2013) handhaaft de gemeente alsnog het besluit uit 2008. De aanvrager vordert vergoeding van vertragingsschade. Hoge Raad: 1. Onrechtmatigheid. Toerekening. Het oordeel van het hof dat het besluit uit 2008 onrechtmatig is en dit aan de gemeente kan worden toegerekend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.