Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 20-03-1976
- Bronpublicatie:
16-05-1972, Trb. 1972, 106 (uitgifte: 14-09-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-03-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-1978, Trb. 1978, 27 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere Overeenkomstsluitende Staat kan bij de ondertekening of op het ogenblik van de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, aangeven op welk gebied of op welke gebieden deze Overeenkomst van toepassing is.
2.
Iedere Overeenkomstsluitende Staat kan, op het ogenblik van de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding of op een later tijdstip, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring, de toepasselijkheid van deze Overeenkomst uitbreiden tot het gebied of de gebieden genoemd in deze verklaring, voor de internationale betrekkingen waarvan hij verantwoordelijk is, of waarvoor hij bevoegd is overeenkomsten aan te gaan.
3.
Elke krachtens het bepaalde van het voorgaande lid afgelegde verklaring kan, ten aanzien van elk in deze verklaring genoemd gebied, worden ingetrokken overeenkomstig de procedure omschreven in artikel 16 van deze Overeenkomst.