RI 2023/24
Onder welke omstandigheden bestaat de bevoegdheid tot intrekking van een goedgekeurde, ter inzage liggende tussentijdse uitdelingslijst?
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:145
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/05303
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS692992:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:145, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:540, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2021
- Wetingang
Art. 179, 180 Fw; art. 4:218 BW
Essentie
Tussentijdse uitdelingslijst. Intrekking.
Onder welke omstandigheden bestaat de bevoegdheid tot intrekking van een goedgekeurde, ter inzage liggende tussentijdse uitdelingslijst?
Samenvatting
De onderhavige zaak betreft de vereffening van een nalatenschap. De in de Faillissementswet voorkomende voorschriften bij (o.a.) het opmaken van de uitdelingslijst vinden hierbij zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing (BW art. 4:218 lid 5).
In deze zaak werd door de vereffenaar van een nalatenschap een tussentijdse uitdelingslijst opgesteld en ter griffie van de rechtbank neergelegd. De weduwe van de erflater kwam in verzet tegen deze tussentijdse uitdelingslijst. De vereffenaar trok de tussentijdse uitdelingslijst daarna in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.