NJB 2016/1087:Voordeelsontneming en draagkracht: in beginsel dient de draagkracht aan de orde te worden gesteld in de executiefase. In het ontnemingsgeding kan de draagkracht alleen dan met vrucht worden opgeworpen indien aanstonds duidelijk is dat de betrokkene op dat moment en in de toekomst geen draagkracht heeft of zal hebben. In casu hoefde het hof het omtrent de draagkracht van betrokkene aangevoerde niet op te vatten als een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt in de zin van art. 359 lid 2 tweede volzin Sv