RvdW 2015/1125
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Schending art. 392 lid 2 Rv (horen van partijen over de te stellen prejudiciële vragen). Bemiddelingsovereenkomst ex art. 7:425 BW inzake huur van woonruim-te; optreden als lasthebber van twee lastgevers, art. 7:417 lid 4 en art. 7:427 BW; is plaatsen om niet van te verhuren woning op website in opdracht of met goedvinden van verhuurder bemiddeling?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, M.V. Polak, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00688
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3099, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2015
- Wetingang
Art. 7:414, 7:417, 7:418, 7:425, 7:426, 7:427 BW; art. 392 Rv
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Schending art. 392 lid 2 Rv (horen van partijen over de te stellen prejudiciële vragen). Bemiddelingsovereenkomst ex art. 7:425 BW inzake huur van woonruim-te; optreden als lasthebber van twee lastgevers, art. 7:417 lid 4 en art. 7:427 BW; is plaatsen om niet van te verhuren woning op website in opdracht of met goedvinden van verhuurder bemiddeling?
In strijd met art. 392 lid 2 Rv heeft de kantonrechter partijen niet in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de formulering van de prejudiciële vragen, hetgeen niet alleen in strijd met de ...