NJ 2020/185
Medeplegen beschadigen van een gebouw. Juist oordeel dat door de bewezenverklaarde feiten rechtstreekse schade is toegebracht aan de hypotheekhouder.
HR 03-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:368, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04152
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200591:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:368, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:24, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
Medeplegen beschadigen van een gebouw (art. 352 Sr). Oordeel dat door de bewezenverklaarde feiten rechtstreekse schade is toegebracht aan de hypotheekhouder is juist en toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Het begrip ‘rechtstreekse schade’ in art. 517 lid 1 Sv heeft dezelfde betekenis als in art. 361 lid 2 onder b Sv. Het hof heeft vastgesteld dat Rabobank hypotheekhouder was van een pand dat in eigendom toebehoorde aan [A], dat [A] dit pand verhuurde aan verdachte en dat verdachte door vernielingen schade aan het pand heeft toegebracht met een omvang van € 109.668,80. Het hof is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.